Bidden, het vervolg

© Frigga Asraaf 2008

Dit is een vervolg op het artikel Bidden.

Een jaar of wat geleden, vier jaar om precies te zijn, is er al eens een schrijven van mijn hand over bidden in ‘Balder’ verschenen.1 Toen heb ik manieren om te bidden van verschillende tradities verkend en welke hulpmiddelen daarbij gebruikt worden. Daarnaast heb ik onderzocht wat bidden eigenlijk is en hoe er binnen onze traditie mogelijk gebeden wordt. Het rondgaan van de hoorn en de daarbij uitgesproken heildronken, wensen en vragen om hulp heb ik als een manier van bidden aangemerkt. Dit keer wil ik vertellen over de toenemende rol die bidden in mijn leven is gaan spelen en nog verder kijken naar wat bidden is en wat het kan betekenen.

Eindelijk heb ik weer een vaste plek voor seidhwerk en om te bidden. Natuurlijk is het mogelijk overal en altijd te bidden, al is het stil van binnen. Maar niet voor niets bestaan er gebedshuizen binnen verschillende geloofsstromingen. Een rustige, aparte plek heeft zo zijn voordelen. De laatste vijf jaar heb ik het meeste aan bidden, rituelen en seidhwerk in de huiskamer uitgevoerd. Dat ging allemaal prima, maar het is en blijft een huiskamer die tijdelijk dienst doet als heilige ruimte en/of werkruimte. Nu kan ik letterlijk naar een andere ruimte gaan en stap die ruimte ook weer uit aan het eind van een gebed of een ritueel. Ook kan ik daar dingen laten liggen om er later mee verder te gaan en ze liggen daar uit het zicht. Deur dicht en niemand ziet het. Mijn zijkamer, want daar heb ik het over, deed al dienst als muziek-, eet- en logeerkamer en is tegenwoordig dus ook tempel/gewijde werkruimte. Nu pas merk ik hoe ik een aparte, ook al is het een gedeelde plek, gemist heb.
Het laatste stukje van mijn woning dat nog niet ingericht was, maar waar een en ander, al sinds ik hier ben komen wonen, opgestapeld stond was een lange kant van de zijkamer. De bedoeling was dat daar ooit een soort ‘logeerbedkast’ zou komen, maar het gewenste meubelstuk heb ik nooit kunnen vinden. Toen heb ik maar het besluit genomen een deel van de gestapelde spullen op andere plekken te stallen en een stellingkast aan te schaffen. Een gedeelte van deze nieuwe stellingkast heb ik bestemd als werkaltaar: de bovenkant, in het langste gedeelte een plank eronder en een laag stuk van tafelhoogte met drie planken. Zo heb ik plek om een aantal voorwerpen uit te stallen die ik regelmatig bij m’n seidhwerk gebruik. Op m’n pianokruk ligt een schapenvacht en voor het altaar op de grond ligt er ook eentje. Zo zit ik prettig en het voelt zacht en warm aan mij voetjes. Het is een hele fijne plek geworden, waar ik heel blij mee ben. Het biedt allerlei mogelijkheden en ik heb nog een aantal plannetjes voor dingen die ik graag wil en om het verder te verfraaien.

Om terug te komen op bidden: het is een wezenlijk onderdeel van sjamanistische rituelen. Ik heb over beschrijvingen van genezingsrituelen gelezen waarbij men een hele nacht door bidt voor degene die genezing zoekt of een andere hulpvraag heeft. Uren en uren achter elkaar wordt er gezongen en gebeden. Zo wordt het omschreven, maar zoals het op mij overkomt zijn de gezangen ook vaak gebeden. Het zijn vragen aan de geesten iemand genezing te schenken of kracht, steun en wat dies meer zij. Soms is gebed het enige medicijn dat gebruikt wordt.
Een gebed van traditionele genezers begint wel met een inleiding. Zo’n inleiding is een beschrijving van de huidige situatie, niet van de hulpzoeker, maar heel eenvoudig wordt verteld hoe men op dat moment bij elkaar zitten rond het vuur zit bijvoorbeeld. De geesten worden daarvoor bedankt en dank wordt uitgesproken voor hun aanwezigheid. De traditionele genezer vertelt de geesten verder dat er mensen aanwezig zijn met vragen en hij verzoekt de helpers naar hen te luisteren. Daarna volgt een uitgebreide beschrijving van de problemen en worden er mogelijke oplossingen aangedragen. Tussendoor wordt de vraag om steun en inzicht regelmatig herhaald. Zoals sjamanistisch werker en schrijver Daan van Kampenhout het beschrijft: ‘De traditionele mensen die ik heb zien bidden spreken nooit alleen maar een korte hulpvraag uit, maar maken de spirituele krachten deelgenoot van alles wat er in hun hoofd en hart omgaat’.2 Iets dat ik herken, want dat doe ik ook wel.

‘Bidden mag altijd’ is een regelmatig door mij gebezigde uitroep als het gaat om anderen mensen bij te willen staan. Toch heb ik er wel een paar, voor mij wezenlijke, kanttekening bij: respect voor de ander en voor zijn of haar grenzen en noden. In mijn gebeden voor anderen prevel ik steevast zinnetjes als:

– Geef …. de steun die zij/hij nodig heeft.
– Laat de kracht/moed/steun die hij/zij nodig heeft beschikbaar zijn.
– Moge hij/zij een krachtbron vinden.
– Het is aan de ander of hij/zij de aangeboden kracht of anderszins wil aanvaarden.

Dit doe ik eveneens als ik toestemming heb gevraagd om voor iemand te mogen bidden. Altijd blijf ik voorzichtig en kies ik mijn woorden met zorg en vermijd invullen. Hoe goed je iemand ook kent, het blijft lastig inschatten wat een ander nodig heeft. Je weet dingen gewoonweg niet en je hebt zelf blinde vlekken. Ik heb het vertrouwen dat de geesten daar mogelijk een duidelijker beeld van hebben dan ik. Blijft het wel aan mij helder te zijn in waar het om gaat. Het gaat naar mijn mening om het evenwicht tussen dingen duidelijk te stellen en het tegelijkertijd open te laten om geen mogelijkheden uit te sluiten. We kunnen ons immers blindstaren op een middelpunt, waardoor alles er omheen ons ontgaat.

Er voor mij is een klein ritueel rond het bidden dat ik meestal uitvoer als ik ga bidden. Allereerst doe ik een openingsrite, bijvoorbeeld de zonneradrite, en bestempel daarmee de ruimte tot een tijdelijke wijplaats. Dit wordt gevolgd door het aanroepen van de geesten. Soms zijn dat de geesten in het algemeen en noem ik niemand bij naam. Een andere keer wend ik me tot slechts één elf of dwerg. Dat is afhankelijk van het waarom ik een beroep doe op de geesten. Over het algemeen heb ik van te voren al goed nagedacht over wat ik hen wil vertellen en vragen en heb ik ook al bedacht hoe het te verwoorden. Het is niet altijd makkelijk een ander iets duidelijk te maken en in dit geval zijn het ook nog eens wezens uit andere werelden. Net zoals wij lang niet alles van hun realiteit begrijpen, weten zij bij verre na niet hoe een en ander in Midgard en voor ons mensen er aan toe gaat. Een enkele keer is mijn gebed de vraag of ze mij willen helpen de juiste vraag te ontdekken. Soms moet ik ergens mijn verhaal kwijt en gooi ik er gewoon uit wat me dwarszit.

Al een tijdje heb ik een ‘standaard’ gebed waarin ik om een aantal dingen vraag, zoals moed, inzicht, kracht en rust. Het lijken open deuren, maar dat is vaak wel wat een mens nodig heeft om het leven aan te kunnen zeker als dat in alle willekeur leed op ons pad brengt. Maar ook voor iets leuks kan moed behulpzaam zijn om het daadwerkelijk ten uitvoer te brengen. Vaak begin ik het bidden met mijn standaard gebed van het moment en als het nodig is voeg ik er dingen aan toe of geef ik nadere uitleg. Het kan voldoende zijn alleen om kracht of moed te vragen, maar ik probeer aan te voelen of het daarbij gelaten kan worden of dat het nodig is uitleg te geven over de situatie waarin ik verkeer.
Na uitgesproken te zijn laat ik gebeuren wat er gebeurd. Het is meestal alleen al prettig even in de nabijheid van de geesten te zijn. Het is voor mij hetzelfde als met enige regelmaat in gezelschap van vrienden te willen verkeren. Het bij elkaar zijn heeft al betekenis. Over het algemeen blijf ik in Midgard als ik bid, maar soms ga ik tussen de werelden naar plekjes die ik ken en waar ik bepaalde geesten weet te vinden.

Het is afhankelijk van mijn stemming of hoe het voelt of ik kies erbij te ratelen, trommelen of allebei. Dan weer herhaal ik het gebed een aantal keer of welt er een lied in me op. Een lied dat woordeloos is of uit een paar woorden bestaat die ik een tijdje herhaal. Soms ontstaat er stilte als ik mijn gebed uitgesproken heb en blijf ik een tijdje zitten terwijl ik mijn bovenlichaam lichtjes naar voor en achteren beweeg of ik draai rondjes links- of rechtsom. Die beweging gaat als vanzelf. Soms bid ik alleen voor mezelf, dan weer voor anderen of de wereld om het zo maar te zeggen. Het eind van het gebed is een dankzegging en dat ook weer variërend van een paar korte zinnen tot heel uitgebreid. Kort, als ik alleen de geesten en krachten bedank voor hun aanwezigheid en steun in het algemeen. Uitgebreid als ik hen allemaal afzonderlijk benoem net als de krachten, uitspreek waar ik blij mee ben of eenvoudige weg dankbaar voor ben.

Het kan ook zijn dat ik raad nodig heb. Dan roep ik de geesten aan en leg hen mijn probleem voor en vraag hen met mij mee te willen denken bij het vinden van een oplossing of mogelijkheid. Dat noem ik ‘in de week zetten’. Pasklare antwoorden zijn niet altijd voorhanden en zo hebben de geesten ook tijd tot nadenken. Het kan zijn dat ik er later op terugkom in mijn gebed, maar vaak wordt ik de volgende ochtend of een paar dagen later wakker met een idee in mijn hoofd. Ik lees ergens iets, iemand zegt wat tegen me. Noem alle manieren maar op waarop antwoorden tot ons kunnen komen. Als ik zelf al een oplossing in gedachten heb leg ik die aan hen voor met de vraag of er nog andere mogelijkheden zijn of dat ik iets over het hoofd zie, of ik vraag hen om hun mening erover te geven

Naar mijn mening, en dit lees ik ook bij anderen die zich met seidh of sjamanisme bezighouden, is onze stem een verbinding met de andere werelden. Ik vergelijk het wel met een radio. Door een aanroep of gebed stemmen we ons af op een bepaalde zender. Die zender is in dit geval de geesten. We trekken hun aandacht door de aanroep c.q. het gebed, en om hun de tijd te geven zich op ons persoonlijke radiokanaal af te stemmen, werkt herhalen goed.
De kracht van het herhalen zie ik ook terug in het herhalen van rituelen in de zin van persoonlijke werkwijzen ontwikkelen of regelmatig bidden. Voorwerpen die ik er regelmatig bij gebruik lijken ook wel afgestemd te raken op het werk waarvoor ik ze aanwend. Het blijft wonderlijk.

De manieren van bidden behorende bij religies of tradities kennen vaak voorwerpen ter ondersteuning van het bidden. Zo heb ik in het vorige artikel de gebedssnoeren genoemd, waaronder de christelijke rozenkrans, de hindoeïstische en de boeddhistische mala, de islamitische tasbih en de griekse komboloi. Gebedsriemen treffen we aan in het joodse geloof. Deze tefilin bestaat uit twee gebedsriemen met daarop vastgezet een vierkant doosje waarin de geboden van de joodse god zitten.
Alle voorwerpen kennen hun eigen symboliek en gebruiksregels en er wordt soms ook een bepaalde werking aan toegekend zoals bescherming. Op de eerste plaats zijn het hulpmiddelen bij het bidden en ze helpen de aandacht te richten. Als ze lang in gebruik zijn, worden het vanzelf kleine krachtvoorwerpjes helemaal afgestemd op het doel waarvoor ze ooit zijn gemaakt, al helemaal als het erfstukken zijn. Ze zijn verbonden met de traditie waarbinnen ze gebruikt worden. Ze zijn zender en ontvanger tegelijk te noemen om weer op de symboliek van de radio terug te komen.

Hoe dit te vertalen naar asatru? Dat lijkt mij redelijk voor de handliggend: een gebedsstokje. De ideetjes borrelen vanzelf in me op als ik hier verder over nadenk. Voor een algemeen gebedsstokje is bijvoorbeeld ijf- of essenhout, de houtsoort van de wereldboom, een passende keus. Voor sommigen is Yggdrasil immers een ijf en voor evenzo vele anderen een essenboom. Voor veel van de goden kennen we wel een houtsoort van bomen die ooit aan hen gewijd was en daarnaast bieden de mythologie en volksgeloof genoeg inspiratie, mocht dat nodig zijn:

wilg – voorouders
olm – vrouwelijke voorouders
es – mannelijke voorouders
eikenboom – Wodan
vlier – Vrouw Holle
linde – Freya

Voor de dwergen zou ik mogelijk een stukje boomwortel kiezen, voor de reuzen hardhout en voor elfen de meer grillig groeiende bomen als wilg en hazelaar. Naast de keuze van een bepaalde houtsoort is er natuurlijk nog veel meer symboliek te gebruiken. De zinnebeelden van de verschillende geesten kunnen er in gebrand of op geschilderd worden. Met de runen is helemaal van alles te bedenken. Een bindrune kan staan voor de naam van een of meer geesten of juist voor het gebed en ga zo maar door. Vergeet niet als je eens op zoek gaat naar een geschikt stukje hout voor een gebedsstokje een boom te vragen of je een stukje van hem of haar mag afhalen en offer iets in ruil ervoor. Zelf zou ik eerst een gebed uitspreken waarin ik vertel op zoek te gaan naar zo’n stokje. Ik zou overleg plegen met de geesten en ik vraag of er een boom of struik is die mij een stukje wil afstaan. Dan kom ik het vanzelf vroeger of later tegen, soms op een heel overwacht plek.

Ik eindig hier met het begin van een gebed:

Gegroet gij geesten
mij goed gezind.
Gegroet gij geesten:
reuzen, elfen en dwergen.
Gegroet gij geesten:
voormoeders en voorvaders
Gegroet gij geesten
mij goed gezind.

1. Kwartaaltijdschrift Balder, Herfstevening 2004, nummer 29
2. In de geest van het sjamanisme, Van Kampenhout, blz. 183

Bronnen:
Kampenhout, Daan van – In de geest van het sjamanisme – Bres BV, Amsterdam 1999

uit: Kwartaaltijdschrift Balder, Joel 2008, nummer 46